Lichaamsbewustzijn
Van baby tot peuter is er nog niet een ik-beeld. Alles is nog met elkaar verbonden; kind, ouder en de omgeving. Het bewust worden van het lijfje is volop in ontwikkeling en het leren bedienen van armen, handen en vingers gaat steeds beter.
Rond 2 jaar beseft een kind dat er een ik is en een jij. Dat is de tijd dat een kind een wil krijgt en zelf dingen wil doen. Alles wat je doet heeft een gevolg. Kijk naar het bouwen van een blokkentoren. Stapel je niet goed, valt hij om. Wanneer je een hapje brood met je hand in de mond doet of via een vork is anders. Hiervoor is lichaamsbewustzijn nodig. Waar is je hand ten opzichte van je mond.
Omdat kinderen snel groeien en ontwikkelen moet je steeds het gevoel van wie je bent aanpassen. Dit zie je terug in verschillende fasen. Wanneer een kind niet een gezond lichaamsbewustzijn ontwikkelt moet hij steeds bewegen om te voelen waar hij is en dat hij leeft.
Via de mond en alles aanraken hoort niet meer bij een kind van 4 en ouder. Een kind wordt onzeker, omdat hij niet kan en weet wat van hem wordt verwacht , en wat andere leeftijdgenootjes al wel kunnen.
Welke problemen dit kan geven wanneer onvoldoende ontwikkeld:
- Onzeker;
- Schrijven op een lijn lukt niet;
- Steeds aan andere kinderen zitten;
- Niet stil kunnen zitten;
- Slechte concentratie;
- Moeite met inschatten en automatiseren;
- Slechte motoriek;
- Stopt veel in de mond.
Wat kun je doen?
Kinderen doen spelenderwijs leuke en gerichte bewegingen. Kinderen leren waar hun lijf begint en waar het eindigt. Een kind ontwikkelt zelfvertrouwen. Inschatten van situaties en cijfers volgt en dit helpt bij rekenen.
[xyz-ips snippet=”producten-per-pagina”]
[xyz-ips snippet=”video-bij-product”]